Bewijzen van deelneming in het vermogen van een onderneming.
Berekening van waarden en verplichtingen volgens uitgangspunten van de verzekeringswiskundige.
Door het bestuur van het pensioenfonds vastgesteld document, waarin de financiële opzet, de technische uitgangspunten en het bestuursbeleid om de pensioentoezeggingen van het fonds te kunnen nakomen, wordt omschreven.
Een actuaris is een verzekeringswiskundige. Hij combineert statistische, economische en wiskundige technieken en gegevens. Met behulp van deze verzekeringswiskunde bepaalt de actuaris hoe hoog een koopsom of premie moet zijn voor bepaalde verplichtingen. Verder houdt de actuaris zich bezig met het samenstellen van modellen om verplichtingen en beleggingen van een pensioenfonds of een verzekeraar optimaal op elkaar af te stemmen (matching) en om de samenstelling van het beleggingspakket te optimaliseren.
Het storten van een eenmalige bedrag aan een deelnemer, ter vervanging van een maandelijkse pensioenuitkering.
De AFM (Autoriteit Financiele Markten) houdt toezicht op het gedrag van iedereen die actief is op de markt van sparen, lenen, beleggen en verzekeren.
De Nederlandse beroepsvereniging van actuarissen, waarvan vrijwel alle actuarissen lid zijn.
Beleggingen waarvan men verwacht dat de rendementsontwikkeling niet of beperkt gerelateerd is met de rendementsontwikkeling van de traditionele beleggingscategorieen.
Uitkeringen uit hoofde van de wettelijke sociale zekerheid kunnen samenlopen met uitkeringen op grond van een pensioenregeling. Ter voorkoming van een dergelijke samenloop (cumulatie) worden in pensioen-regelingen anticumulatiebepalingen opgenomen.
Afkorting voor de Algemene nabestaandenwet. De Anw voorziet in (inkomensafhankelijke) uitkeringen bij overlijden van een verzekerde aan de man of vrouw met wie de verzekerde was gehuwd of ongehuwd samenwoonde. Tevens kent de Anw een uitkering voor de ex-echtgeno(o)t(e) ten opzichte van wie de overleden verzekerde een alimentatieplicht had, en voor kinderen die door het overlijden van een verzekerde ouderloos zijn geworden.
Algemene Ouderdomswet, die voor iedere Nederlander voorziet in een uitkering vanaf de eerste van de maand waarin de 65-jarige leeftijd wordt bereikt.
Per 1-1-2015 zal de partnertoeslag aan AOWérs met een partner die jonger is dan 65 jaar komen te vervallen. Voor personen die geboren zijn op of na 1 januari 1950 en dus op of na 1 januari 2015 de 65-jarige leeftijd bereiken, kan het gezamenlijke inkomen hierdoor tijdelijk lager worden. Dit wordt het AOW-gat genoemd. De grootte van dit gat is afhankelijk van het leeftijdsverschil tussen beide partners.
De werknemer, die een (gedeeltelijke) WAO-uitkering (tot 2006) of WIA-uitkering (vanaf 2006) ontvangt. De pensioenopbouw wordt (gedeeltelijk) voortgezet voor rekening van het pensioenfonds.
Associatie van ketenapotheken. Dit is de werkgeversvereniging voor ketenapotheken.
Een onderzoek naar het verband tussen de beleggingen, de premie en de (financiering van de) pensioenregeling op langere termijn. De ingeschatte ontwikkeling van het fonds is hierbij gebaseerd op een aantal (economische) toekomstverwachtingen.