Beleggingen in fondsen of beleggingspools, waarbij die fondsen of pools op hun beurt investeren in directe beleggingen of in andere indirecte beleggingen (in het laatste geval is sprake van een ‘fund of funds’).
Beleggingsopbrengsten waar geen geldstroom tegenover staat, bijvoorbeeld een waardevermeerdering.
Waardevermindering van geld als gevolg van stijgende prijzen.
Bij beleggen in infrastructuur wordt een aandelenbelang genomen in een onderneming die een infrastructuurasset bezit of exploiteert. Dat kan zijn sociale infrastructuur betreffen: samenwerkingsverbanden tussen de publieke en private sector waarbij de overheid de kerntaken blijft verrichten, terwijl de private sector de fysieke assets en voorzieningen opbouwt, in eigendom heeft, exploiteert en onderhoudt. Men spreekt hierbij wel van publiekprivate samenwerking (PPS) of een privaat financieringsinitiatief (PFI). Het kan ook gaan om economische infrastructuur: diensten waarvoor de gebruiker bereid is te betalen, zoals transport, distributie van elektriciteit en communicatie.
Met dit begrip wordt aangegeven dat een bepaalde uitkering inkomensafhankelijk is. Een uitkeringsinstantie oordeelt of eventueel inkomen op de uitkering in mindering moet worden gebracht. Voorbeelden hiervan zijn Anw-uitkeringen en de partnertoeslag ingevolde de AOW.
De mogelijkheid om op de pensioendatum nabestaandenpensioen in te ruilen voor een hoger of eerder ingaand ouderdomspensioen.